Het ontstaan
Nederland en water gaan hand in hand. Al eeuwenlang werken de Nederlanders tegen én met het water. Met dijken en sluizen zorgden ze ervoor dat land bewoonbaar werd. Diezelfde dijken en sluizen konden echter ook slim worden ingezet om land onder water te zetten en zo de vijand tegen te houden. Een buitengewoon bijzondere manier van het verdedigen van het land met water als bondgenoot. Tot op de dag van vandaag is dit nog van grote waarde voor de Nederlandse geschiedenis.
Nederland waterland
De Nederlanders zetten al sinds de middeleeuwen het water naar hun hand. In eerste instantie om land geschikt te maken voor land- en woningbouw. Maar later werd het water ook als bondgenoot ingezet, als militaire verdedigingsstrategie. Grote stukken land werden onder water gezet. Zo ontstond een watervlakte die te diep was voor man en paard en te ondiep voor boten.
Geïnspireerd door de 16e-eeuwse waterlinies in Noord-Brabant, Friesland en delen van Groningen, ontstond zo ook de Nieuwe Hollandse Waterlinie en de Stelling van Amsterdam. Nergens ter wereld werden water en forten samen op zo’n grote schaal ingezet ter verdediging van een land. Deze manier van verdedigen is zo uniek dat deze linies nu samen één werelderfgoed vormen.
De linie als WerelderfgoedDe bouw van de linie
Vanaf 1815 tot 1940 bouwde Nederland aan de Hollandse Waterlinies. In totaal dus 125 jaar! Bestaande strategische plekken werden opgenomen in de linie, zoals de twee middeleeuwse kastelen, het Muiderslot en Slot Loevestein en zes vestingsteden die al in de 16e en 17e eeuw water gebruikten om de vijand buiten de muren te houden.
Samen met de vele verdedigingswerken vormen deze plekken een 200 kilometer lang lint. Verbonden door ruim duizend militaire- en waterbouwkundige objecten: inundatiekanalen, sluizen, dijken en kaden, forten en andere militaire bouwwerken. Jaren werd er aan de linie gebouwd en werd de verdediging aangepast aan de nieuwe ontwikkeling in oorlogsvoering.
Ontdek de bouwwerken per regioWerken met hoogteverschillen
Nederland lijkt vlak, maar heeft toch ook kleine hoogteverschillen zoals de polders die ooit drooggelegd zijn. Door een slim systeem van allemaal waterwerken zoals sluizen, dijken en kanalen, konden deze polders weer onder water gezet worden. Zo ontstond een soort muur van brede stroken land die onder water stonden. Te diep voor man en paard, te ondiep voor boten.
Op deze manier werd het westen van het land, het economische en bestuurlijke hart van Nederland, ook wel vesting Holland genoemd, beschermd. Als extra bescherming werd rondom Amsterdam de Stelling van Amsterdam aangelegd. Dit wordt ook wel het nationaal reduit genoemd, de laatst vluchtplaats voor koning, regering en de militaire staf.
Zo werkt de linieVan baksteen naar beton
In 1885, kort na de start van de bouw van de Stelling van Amsterdam, werd de verwoestende brisantgranaat uitgevonden. Baksteen als belangrijkste bouwmateriaal van het fort was niet langer veilig genoeg om de manschappen binnen te beschermen. Er was beton nodig. De forten van de Stelling van Amsterdam bestaan dan ook, op één na, allemaal uit beton. Ook in de Nieuwe Hollandse Waterlinies zijn vanaf die tijd de nieuwe bouwwerken in beton gebouwd en zijn bakstenen gebouwen met extra dikke lagen grond beschermd.
De vroege toepassing van ongewapend beton maakt de forten van grote waarde in de Europese architectuur geschiedenis. De linies laten de overgang zien van bakstenen forten naar staal- en betonconstructies. Uniek in Europa en mede daardoor onderdeel van het UNESCO werelderfgoed.
Lees meer weetjes