Landschap en natuur
In het landschap van de Hollandse Waterlinies vind je leegte, rust en veel natuur. Dit is alles behalve toevallig. Verschillende factoren zorgden ervoor dat de forten en hun omgeving zich ontwikkelden tot een enorm groen gebied.
Leeg landschap met een reden
De leegte in het landschap van de Hollandse Waterlinies is veroorzaakt door de onzichtbare verboden kringen die rond de forten lagen. Het was van groot belang dat er vanaf de forten een vrij schootsveld was om de vijand te kunnen zien aankomen en om het geschut te kunnen gebruiken. Daarom werd in 1853 een speciale wet ingevoerd: de Kringenwet. Tot 300 meter rond de forten mocht alleen met hout worden gebouwd, en alleen als er toestemming was van de minister van oorlog. Tot 600 meter waren er restricties voor het gebruik van steen en voor de hoogte van de bebouwing, en tot 1000 meter was bebouwing wel toegestaan, maar kon deze bij militair bevel worden afgebroken. Deze wet had veel invloed op het landschap en de stedelijke ontwikkeling. Nog steeds staan rondom veel forten houten huizen.
Historische beplanting
Op de forten vind je overal bomen en struiken. Ook over deze beplanting is vroeger goed nagedacht. Zo werden dichte hagen met doornige struiken geplant die als een natuurlijk prikkeldraad werden gebruikt en zorgden de knotwilgen op de wallen ervoor dat het risico op instorten werd verminderd. Populieren en andere opgaande bomen voorzagen in de behoefte aan timmer- en brandhout en onttrokken de kanonnen aan het zicht van de vijand. Langs de liniedijken en toegangswegen werden vaak eiken geplant. Door de bomen om te zagen kon je de doorgang van de vijand blokkeren.
Hotspots van biodiversiteit
Om de zware forten te kunnen bouwen op de slappe bodems in West-Nederland, is er veel zand aangevoerd. Op deze grondsoort kunnen bijzondere planten en bloemen goed groeien. Daarom vind je op de forten bijvoorbeeld het zeldzame Blauw Walstro, de Rietorchis, Slangenkruid, de Teunisbloem en de Gewone Rolklaver. Ook zorgt de opbouw van de forten voor veel afwisseling. Wallen, grachten, beplanting en gebouwen bieden variatie in hoog en laag, nat en droog, zon en schaduw en wind en luwte. Daardoor zijn forten een ideale leefomgeving voor bijzondere dieren, zoals diverse vleermuizensoorten, de ijsvogel, de roerdomp, de ringslang en de bittervoorn.
De natuur gaat haar gang
Toen de forten hun militaire functie verloren, veranderden deze in afgesloten gebieden waar de natuur zich in volledige rust kon ontwikkelen. Veel forten zijn tegenwoordig gerestaureerd en hebben nieuwe bestemmingen gekregen, maar op een aantal forten mag de natuur haar gang gaan. Bijvoorbeeld op de forten Tienhoven, Rijnauwen en Hinderdam. Deze forten zijn niet of minder toegankelijk. Aan het beheer wordt nauwelijk iets gedaan, en daarom neemt de natuur de gebouwen daar steeds meer over.